top of page
Zoeken

De Reconquista van gin

Wie zich nog de zomervakanties uit zijn/haar jeugd herinnert aan de Spaanse costa’s, zat jarenlang met een gin&tonic-syndroom opgezadeld. Het was immers dé uitgelezen drank voor Britse theetantes, in aartslelijke shorts en T-shirts verstopte Duitsers of Belgen die niet heel de tijd cerveza wilden drinken. De gin (één merk slechts) werd toen altijd geserveerd in een longdrinkglas annex enkele ijsblokjes plus het nu vermaledijd plastic rietje. Het prijskaartje was navenant de kwaliteit: laag.


Maar wat we de voorbije 3 à 4 jaar ervaren, is andere koek. Gin werd, vooral onder impuls van Spaanse bartenders, opnieuw in Europa cool en een heuse hype. In plaats van een symbool van oubolligheid promoveerde gin tot een hype.


Alles veranderde razendsnel: we kregen plots dikbuikige ginglazen, de tonic-producenten volgden en creëerden de ene smaakassemblage na de andere en plotseling konden we zelfs in relatief eenvoudige brasseries of bistro’s op het schap minstens 10 ginmerken en zeker 5 tonicversies ontdekken.


SOS fruit en groente


Helaas had deze hype ook de nodige negatieve effecten. Sommige bartenders ontpopten zich plots tot tuiniers of fruittelers. Ze zwiepten, om toch zo origineel mogelijk te scoren, de meest onmogelijke serie specerijen, kruiden, groenten of vruchten in elk glas gin-tonic, waardoor de aroma’s van het basisproduct vaak verloren gingen. Persoonlijk heb ik soms mes en vork moeten vragen bij mijn op restaurant geserveerde G&T omdat er meer komkommerschijfjes en peperbolletjes in mijn bolglas dreven dan menselijk consumeerbaar waren.


Bovendien explodeerde ook het prijskaartje. Cocktails met zelfs maar een banale basisgin en een massatonic kostten plots meer dan een coupe eersteklas-champagne of glas malt whisky.

Gelukkig is deze boomgaard- en tuincultuur stilaan op zijn einde. Zelfs het prijzencircus lijkt te milderen. Wat wél is gebleven: het verruimde aanbod gins en tonics in onze horeca. Misschien staan er anno 2019 minder merken dan vroeger op het schap, maar elke horecazaak bezit nu wel een serieuze selectie gins en minimaal 2 à 3 soorten tonicwater.


Wat dus eventjes een opgefokte hype was, is nu schijnbaar een stabiele trend geworden.

Bij elk restaurantbezoek zie ik 1 op de 4 of zelfs 1 op de 3 tafelgasten een gin-tonic als aperitief nemen. En ik kom in genoeg kringen waar de gastheer/vrouw met bravoure de drankenkast opentrekt en trots een selectie van kwaliteitsgins toont.


G&T blijkt kortom een blijvertje, toch zeker in het premiumsegment.




Frank Van der Auwera

37 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page